Restore Fund van Apple bloeit op in het Atlantisch Woud
In het Atlantisch Woud in Zuid-Amerika wordt het leven volgens velen bestierd door een moeder: de hoogste matriarch die zorgt voor alles en iedereen, voor planten en dieren, en zelfs voor de bomen die daarboven uittorenen en hun takken naar de zon uitstrekken, terwijl ze het leven dichter bij de grond van schaduw voorzien.
Vandaag de dag zijn er naar schatting 5000 boomsoorten in het Atlantisch Woud. Daarvan wordt tweederde met uitsterven bedreigd als gevolg van eeuwenlange ontginning en grondstoffenwinning. Apple ondersteunt herstelprojecten voor het regenwoud. Alleen al in Brazilië komt 40 miljoen hectare hiervoor in aanmerking, waaronder een gebied bij de kustplaats Trancoso in de staat Bahia. Daar kweekt een bedrijf zaailingen van moederbomen, de meest geharde bomen van meerdere soorten die de vernietiging van het regenwoud hebben overleefd.
“We zijn begonnen met het best mogelijke genetisch materiaal, geoogst in een groot natuurgebied in het Atlantisch regenwoud”, verklaart Bruno Mariani, oprichter en CEO van bosbeheer- en investeringsbedrijf Symbiosis. “Dat zal veel insecten en andere dieren trekken.”
Het in 2008 opgerichte Symbiosis verzamelt, bewaart en plant sinds 2010 zaden van moederbomen van diverse inheemse Braziliaanse soorten. “De moederboom staat voor de natuur die ons allemaal energie geeft, en is de basis voor natuurherstel. We hebben alles aan de moederboom te danken”, zegt Mickael Mello, manager van de kwekerij van Symbiosis.
Symbiosis is een van drie investeringsprojecten van het Restore Fund van Apple, dat in 2021 is aangekondigd met als doel projecten te ondersteunen die met natuurlijke oplossingen klimaatverandering proberen aan te pakken. In samenwerking met Goldman Sachs en Conservation International heeft het Restore Fund geïnvesteerd in drie projecten in Brazilië en Paraguay voor het onttrekken van CO₂ uit de lucht. Maar de beoogde voordelen gaan veel verder, van het versterken van lokale gemeenschappen tot het vergroten van de biodiversiteit.
De eerste keer dat Symbiosis bomen plantte, ging het om 160 soorten in een gebied dat permanent beschermd is tegen bomenkap. Sindsdien heeft het bedrijf het herstel van bedreigde inheemse bomen verder uitgebreid. In de strijd tegen verlies van biodiversiteit heeft Symbiosis toegezegd op 40 procent van de eigen grond natuurlijk, gevarieerd bos in stand te houden, terwijl op de resterende grond kostbaar tropisch hardhout van verantwoord beheerde bronnen wordt gekweekt. Na in ruim tien jaar 800 hectare aan biodiverse bossen te hebben geplant, heeft het bedrijf nu de ambitie om alleen al in 2024 op 1000 hectare meer dan 1 miljoen zaailingen te planten.
“Bomen opereren in groepen, als een netwerk”, vertelt Mariani. “Het zijn sociale wezens en ze willen elkaar helpen. De wortels van verschillende soorten reiken tot verschillende diepten, zodat ze niet met elkaar concurreren, maar juist samenwerken.”
Het Atlantisch Woud ligt langs de oostkust van Zuid-Amerika, vanaf het noordoosten van Brazilië het binnenland in, en naar het zuiden tot het zuidoosten van Paraguay en het noorden van Argentinië. In het noordelijkste punt is het slechts 65 kilometer breed en in het zuiden strekt het zich vanaf de Atlantische kust ruim 300 kilometer uit naar het westen, het binnenland in. Na ruim 500 jaar ontbossing is het regenwoud voor 80 procent uitgeput. De grond wordt gebruikt voor de teelt van koffie, cacao, suikerriet en andere gewassen, en voor het weiden van vee. Het waardevolle hardhout, waaronder brazielhout en Braziliaans rozenhout, dat wordt gebruikt voor meubels, in de bouw en zelfs voor muziekinstrumenten zoals gitaren, is voor een groot deel verdwenen. Iets soortgelijks is aan de gang in het Amazonegebied.
In het Atlantisch Woud komt in totaal ongeveer 40 miljoen hectare grond in aanmerking voor herbebossing. In de bosbouwprojecten wil Symbiosis zowel een duurzaam productiebos van hoge kwaliteit in stand houden als blijven vechten tegen klimaatverandering met een van de krachtigste middelen voor koolstofvastlegging die er zijn: de natuur zelf. “We creëren een balans van houtproductie en koolstofopslag”, verklaart Alan Batista, Chief Financial Officer van Symbiosis, die bosbouw heeft gestudeerd en zich in zijn loopbaan al heeft beziggehouden met plantenvermeerdering voor de pulp- en papierindustrie, ondernemingsstrategie, economie en finance.
“In houtachtige biomassa is veel CO₂ opgeslagen, en we weten dat er ook veel CO₂ in de bodem zit”, zegt Batista. “Dus we moeten in onze bosbouwprocessen de hele cyclus meenemen, van begin tot eind. Wij hanteren een beheermethode met continue bodembedekking en dat betekent dat we bos beheren voor de eeuwigheid. Onze grond zal altijd bedekt blijven met bos.”
Voor de berekening van de opgeslagen CO₂ op de arealen van Symbiosis integreert het bedrijf satellietgegevens van Space Intelligence, ecologische kennis, en machinelearning op het gebied van bodembedekking, veranderingen in bodembedekking en koolstofkaarten. Satellietgegevens worden geïntegreerd met resultaten uit de ForestScanner-app, waarin leeftijd en groeisnelheid worden bepaald op basis van metingen met de LiDAR-scanner op iPhone. Batista: “Die gegevens helpen ons de eigenschappen en het gebruik van het land te screenen – hoeveel land wordt beweid, hoeveel land bebost is, hoeveel er eerder is ontbost.”
In die screening wordt ook gekeken welke gebieden aan inheemse bewoners toebehoren. Met hen hoopt Symbiosis binnenkort te gaan samenwerken om zaden uit moederbomen op hun grondgebied te vinden en verzamelen. Mariani kreeg inspiratie na een bezoek aan het Amazonegebied in 2007, waar hij zag hoe een inheemse gemeenschap een gebied had herbebost dat door houtkappers langs de grens met Peru was verwoest.
“De leiders vertelden over klimaatverandering en namen me mee naar het gebied dat ze hadden herbebost. Dat zag eruit als oerbos”, vertelt Mariani. “Ik vond het inspirerend om de kracht van natuurherstel te zien, en om te ervaren hoe wetenschap en traditionele kennis hand in hand kunnen gaan.”
Op ruim 2500 kilometer ten zuidwesten van Trancoso wordt er nog een Restore Fund-project uitgevoerd bij Forestal Apepu in het district San Pedro in Paraguay.
In dit zuidwestelijk deel van het Atlantisch Woud ontwikkelt Forestal Apepu snelgroeiende eucalyptusbossen voor de productie van hout van hoge kwaliteit op arealen die tientallen jaren eerder ontbost zijn. Daarbij wordt het resterende natuurlijke bos beschermd en worden er in experimentele pilots inheemse soorten aangeplant. Forestal Apepu richt zich op hout van hoge kwaliteit, beheerd in lange groeicycli, zodat er meer CO₂ kan worden onttrokken en deze langer in het bosgebied kan worden opgeslagen. Ze hopen ook dat ze door hun hoogkwalitatieve houtproducten de druk op het natuurlijke bos kunnen verlichten, zodat er ook nadat een boom gekapt is nog CO₂ in de duurzame houtproducten wordt opgeslagen.
Een belangrijk deel van het werk van Forestal Apepu reikt verder dan de grenzen van het bos: met het project ondersteunen ze via een reeks sociale initiatieven ook lokale gemeenschappen rond de naburige Paraguayaanse plaats San Estanislao.
Paraguay ligt niet aan zee en de regio heeft het bos al vele generaties lang nodig voor timmerhout en brandstof, en voor de landbouw. Met steun van het Restore Fund van Apple werkt Forestal Apepu samen met lokale gemeenschappen om andere inkomstenbronnen te vinden waarmee de druk op de bossen in het gebied kan worden verlicht. Denk aan werk in de door de Forest Stewardship Council gecertificeerde eucalyptusplantages, landlease via het ‘outgrower’-model (waarbij kleine landeigenaren zaailingen en technische assistentie krijgen voor kleinschalige bosbouw), kippenfokkerij via een plaatselijke vrouwenvereniging en de teelt van yerba-maté.
Graciela Gimenez woont al 40 jaar in Cururu’o, een kleine gemeenschap van ongeveer 1200 mensen. Ze staat elke dag om vijf uur op, geeft haar kippen te eten en te drinken, maak het huis schoon, kookt voor haar familie en doet dingen voor de vrouwenvereniging die ze heeft helpen oprichten en waarvan ze voorzitter is.
“Ik ben altijd erg aanwezig geweest in de gemeenschap”, vertelt Gimenez. “Mensen vinden het fijn dat ik dingen voor elkaar krijg.”
Na meerdere ontmoetingen met Gladys Nuñez, maatschappelijk contactpersoon voor Forestal Apepu, hebben Gimenez en de vrouwen van de gemeenschappen de handen ineengeslagen om inkomsten te genereren uit de kippenfokkerij. Voorheen hadden veel gezinnen een wisselend inkomen, vooral uit werk op het land. In 2023 kreeg Gimenez 21 kippen van Forestal Apepu en ze heeft er nu 51, die eieren en vlees produceren voor het gezin en die ze ook kan verkopen.
“We moeten voor onze buren zorgen, en we willen ook dat het onze bondgenoten zijn”, zegt Nuñez. “Al die mensen uit de gemeenschappen die bij Apepu werken, ik ook, leren elke dag nieuwe dingen over bosbeheer, zoals hoe het zit met veiligheid en gezondheid als je met bestrijdingsmiddelen werkt, of betere manieren om natuurlijke hulpbronnen te gebruiken. Van deze grotere kennis in de gemeenschap profiteert het milieu.”
Ramon Mariotti was in 1962 vertrokken uit zijn woonplaats in de door verwoestende droogte geteisterde regio Chaco, en vestigde zich in Palomita I, waar hij uitgroeide tot leider van de gemeenschap. Hij verbouwt er yerba-maté, kruidenthee die voor veel Paraguayanen in dat gebied de dorstlesser bij uitstek is. De vader van Mariotti leerde hem de fijne kneepjes van de teelt: wanneer de bladeren klaar zijn om te plukken, hoe je dit doet zonder de plant kapot te maken, hoe je de bladeren moet drogen en malen, en hoe je bepaalt wat je het best kunt verkopen.
“Meteen toen we hier kwamen zagen we hoe rijk dit land is”, zegt Mariotti. “Alsof je een natuursupermarkt om je heen hebt: we kunnen planten wat we willen.”
Om de oogst te vergroten leert Mariotti van Alberto Florentín van Forestal Apepu hoe hij het aanplantproces kan verbeteren: wanneer er geplant moet worden en hoe dicht bij elkaar de planten moeten staan.
Florentín heeft 40 jaar als bosbouwingenieur door Paraguay gereisd, eerst voor de bosbeheerorganisatie van het land, en daarna voor het National Parks Center van het natuurreservaat Museo Moisés Bertoni, waar hij meehielp met de werving van boswachters uit de inheemse gemeenschappen waarmee hij tijdens zijn reizen kennismaakte. Florentín zegt dat hij de kennis die hij heeft opgedaan bij zijn vele bezoeken aan diverse regio’s van Paraguay te danken heeft aan zijn vermogen om overal in het land te overleven, en hij wil anderen leren dat ze voor een goed leven niet meer nodig hebben dan het land zelf.
“Ik wil dat de mensen hier dingen kunnen zien groeien, en dat we voor toekomstige genraties geen woestijn achterlaten”, zegt Florentín. “Met de klimaatverandering worden allerlei dingen steeds moeilijker: water wordt schaarser en het wordt lastiger om planten te vinden die je kunt verbouwen. Daarom wil ik ervoor zorgen dat ze alle middelen hebben om gewassen te kunnen blijven verbouwen.”
Forestal Apepu houdt zich niet alleen bezig met gemeenschapsprojecten, maar is ook op zoek naar manieren om de toestand van het land in de beboste gebieden te monitoren.
In een bioakoestisch experiment worden de geluiden van het bos opgenomen, zodat een partnerteam van biologen met behulp van kunstmatige intelligentie en machinelearning de biodiversiteit in het bos kan monitoren.
Het werk op de diverse projectlocaties van Forestal Apepu in Paraguay en Symbiosis in Brazilië – flora en fauna in de diverse regio’s registreren, behouden en revitaliseren – lijkt misschien onsamenhangend, maar als je dieper kijkt zie je een gemeenschappelijk doel: de veerkracht van de natuur bewaken, een veerkracht die op veel plekken op aarde te lang als vanzelfsprekend is beschouwd.
Zoals Mariani van Symbiosis besefte toen hij over zijn bedrijf begon na te denken en uiteindelijk de naam ervan vastlegde: “Het gaat om samenwerking tussen soorten. Niet zoals bij een parasiet, maar met wederzijdse voordelen. Wat ik wil is symbiose. Een win-win voor mens en natuur.”